In de familie
Familie en verse vis blijven maar drie dragen fris. Toch was het vierdaagse tripje met mijn broers en zus naar Oostende aangenaam. Wij Kesselsen accorderen. We zien elkaar zo weinig dat ruzie maken zonde van de tijd zou zijn. En waar zouden we ook over moeten steggelen? Veel te verdelen of te erven was er nooit. Alle klokken en kasten uit het ouderlijk huis zijn in pais en vree over de zes kinderen verdeeld.
Meestal gaan we naar België. Dat land past goed bij ons. Belgen zijn geen schreeuwers, ze lijden bij voorkeur in stilte, maar weten het leven toch te leven. Rond de middag, als hier nog thee wordt gedronken en voorzichtig in een droog-koekje gebeten, zitten in België ook de vrouwen al achter een stram biertje. De dag is al weer voor de helft verslagen en dat dient gevierd.
Ook mag je in België nog gewoon roken in de kroeg. Een wezenlijk punt voor een familie waarvan de helft van de leden liever Camel dan koude zeelucht inhaleert.
Vroeger rookte iedereen bij ons. De herinnering aan mijn jeugd is in grijze walm gehuld. Ik ben al dertig jaar geleden gestopt, maar in familiekring adem ik andermans rook begripvol in. Als dat alles is dat je van je familie te slikken krijgt, heb je geen klagen.
We kwamen tijd tekort. Het leven en de wereld laten zich in vier dagen slechts summier behandelen. Plannen voor een volgend uitstapje zijn er al. Hopelijk is de familie dan nog steeds compleet. Want ook al blijf je slank met dokter Frank, een mens kent tijd noch uur.