Een groot verdriet
Ze waren uit elkaar. Dat was te zien. Bij het feest van een vriend zat hij in de ene hoek, zij in de andere. Hun huwelijk was gestrand. Toch hadden ze lang een hechte relatie gehad. En ongetwijfeld zou het samenzijn hebben voortgeduurd, als daar niet die moker was geweest, die onvoorstelbare gebeurtenis die het leven voor altijd zou splitsen in twee delen: er voor en er na.
Het gebeurde twaalf jaar geleden. De dochter van negentien wilde op vakantie met een vriendin. Naar Nieuw-Zeeland, backpacken. Moeder vond het maar niets. Twee jonge meiden in zo'n ver land. Vader had er minder moeite mee: laat ze toch, het zijn ondernemende tieners! Vader won, het tweetal vertrok.
In Nieuw-Zeeland wachtte het noodlot. In een zware storm brak een reuzentak van een boom en viel op de tent. De dochter werd gedood, de vriendin zeer zwaar gewond.
De uitdrukking: de tijd heelt alle wonden, is onjuist. Groot verdriet slijt nooit. Op den duur wordt het wel beter hanteerbaar. Meestal, tenminste. Want soms wordt verdriet alleen maar groter. Gaat het steeds pijnlijker schrijnen. Hier ook. De gedachte dat hun dochter nog zou leven als ze haar thuis hadden gehouden, begon alles te vermalen. Hadden ze haar, door haar te laten gaan, niet zelf de dood ingejaagd? Je verstand zegt dat het niet zo is, maar het verstand legt het af tegen het gevoel. Vele jaren na het drama hadden verdriet en verwijt hun huwelijk vergruisd. En zo zaten ze hier op dat feest, hij in de ene hoek, zij in de andere.