De warmte van het dorp
Mijn fiets is gejat. Mijn racefiets nog wel. Hij werd gestolen van gewijde grond. De fiets verdween van zijn vaste plekje bij het café tegenover de kerk. Daar stond hij uit te rusten, terwijl zijn berijder binnen met behulp van een Grimbergen weer bij de levenden probeerde te komen. Nee, hij was niet afgesloten. En dat is precies waarom deze diefstal zo pijn doet.
Twee keer per week maken we met ons fietsclubje een omtrekkende beweging door de streek. Na afloop evalueren we in de dorpskroeg. Met de jaren worden de tochten korter en de verhalen langer. Onze fietsen posteren we losjes tegen de gevel. Dat ging altijd goed, jaren lang. Je weet dat het beter is die dure dingen af te sluiten, maar ach, je koesterde ook het gevoel in een omgeving te leven waar je een fiets nog zo weg kunt zetten. Eine heile Welt, zoals de Duitsers zeggen. Zo lees je ook wel eens over stille dorpjes in Amerika waar de achterdeur overdag nooit op slot is en auto's met de sleutel in het contact op de oprit staan. De warmte van een veilig dorp, ver van de boze buitenwereld.
Dat gevoel is weg. Ik ben niet alleen mijn fiets kwijt, ook in mijn gemoedsrust is een bres geslagen. Zelfs tussen kerk en kroeg is het niet meer pluis. Ook in het dorp moet je kijken met de ogen van de stadsmens: altijd op je hoede. Paradijzen bestaan niet meer. Een mens is overal omgeven door hufters, gauwdieven en crapuul.
Voortaan fiets ik toch anders door de omgeving. Een illusie armer en een hangslot rijker.