‘Ze zijn ontsnapt Grijp ze!’
Maar Isaäc en Derck vliegen al omhoog de ladder op. Passeren het eerste luik. Achter hen klinkt een schot. Een kogel kraakt in het hout.
De tweede ladder.
Dan staan ze midden in de daghitte weer op dek. Het woedende geloei onder hen lijkt onwezenlijk. Op het bakdek stapelt de timmerman rustig planken. Op de kampanje is de konstabel met Klaas, de roerganger, aan een draaibas bezig. De jongens stormen het halfdek op. Naar de kampanje.
‘Muiterij! Schipper! Muiterij!’
Woedend getier achter hen. Een snerpend telkens herhaald fluitsignaal. Brullend, achter elkaar, rennen de muiters het kuildek op. Twee, drie schoten vallen, droge knallen.
De chirurgijn, die juist het halfdek opklimt, laat zich vallen en kruipt razendsnel naar de kampanje. Isaäc en Derck doen hetzelfde.
Opeens staat de schipper in de deuropening van zijn hut. In iedere hand een pistool. Hij schiet.
Een ogenblik aarzelen de muiters.
Dan een doordringende knal. Een lichtflits en stinkende rook op de kampanje. De konstabel en de roerganger hebben de draaibas inderhaast op het kuildek gericht en afgevuurd. Te hoog. De schrootkogels, waarmee het kleine kanon geladen was, fluiten door de touwen en slaan een zwerm onregelmatige gaten in het grootzeil.
Maar de muiters houden halt en zoeken dekking.
Intussen vluchten Derck, Isaäc en de chirurgijn de kampanje binnen.
Claeszoon heeft zijn pistolen alweer geladen. De chirurgijn rent onmiddellijk door, de trap af, naar de konstabelskamer en reikt musketten en pistolen aan. Derck geeft ze door en pakt ook het omhoog getilde kruit. Isaäc begint als een razende de wapens te laden.
De schipper, pistool gereed, loert langs de deurstijl. Isaäc kijkt, onderwijl doorgaand, met hem mee. Vooruit op het bakdek wordt de protesterende timmerman neergeslagen en weggedragen.
De schipper gromt, heft zijn pistool en laat het toch weer zakken.
Geschreeuw op het kuildek, weer dat fluitsignaal. De muiters wagen een stormaanval. De eersten verschijnen op het halfdek. De schipper vuurt. Ook Isaäc, die juist weer een wapen gereed heeft, haalt de haan over. Bijna slaat het pistool uit zijn hand. Hij verbijt zich. Stom, die terugslag wist hij toch.