‘Naar je hut!’ De schipper vloekt.
De fokkemast kraakt.
‘Naar je hut!’
‘Nee!’ Opnieuw gilt hij tevergeefs: ‘Ik ben Isaäc niet!’
De loop van het pistool zwaait zijn kant op. Het lijkt Derck verstandiger het bevel maar op te volgen.
Juist als Isaäc de trap naar het bakdek opgestuwd wordt, horen hij en de bootsman vanuit het volkslogies een doordringend gekraak. En daarna volgt op elke beweging van het schip een log gebonk.
Boven hen steunt de fokkemast doordringend. Toch wordt het bramzeil al ingehaald.
‘Derck!’ De bootsman rukt hem aan zijn schouder de treden af. Ja, wat denk ik ook, er moet wat worden gedaan, schiet het door Isaäc heen.
De bootsman wijst naar het volkslogies. Weer dreunt onderdeks iets tegen de scheepswand. Een paar britsen of een aantal scheepskisten zijn aan het schuiven geslagen, vermoedt Isaäc.
‘... los... agen... vast...’ en weer, ‘... astsjorren...’
Het luik gaat open. Terwijl gelijk een golf water over hem heen spoelt, daalt Isaäc de ladder af. Boven hem klapt het luik toe. Het is donkerder dan buiten. Al is er nog iets van licht. Tot zijn geluk brandt een van de kaarslantaarns, die aan de balken boven hem slingeren, nog steeds. Hij slaat zijn arm om een van de dekstutten en wacht tot zijn ogen aan de bijna-duisternis gewend zijn.
Dan ziet hij het. Het gevaar komt niet van op hol geslagen britsen of kisten. Het is erger. Het is een van de bakboordkanonnen.
Dichterbij gekomen ziet hij wat er gebeurd is. De affuiten, de houten karren waarop de kanonnen liggen, zijn aan twee kanten met lange kabels, de broekenings, tegen de scheepswand gebonden. Een van de zware ijzeren ringen waaraan zo'n kabel wordt bevestigd is losgeschoten. Misschien zat er een knoest in het hout, of waren er al minieme barstjes, of is de verkeerde houtsoort gebruikt. Opschieten! Hij verspilt zijn tijd met dat peinzen over mogelijke oorzaken. De tweede ring heeft het tenminste gehouden. Het kanon zit nog aan een kant vast. Het slingert aan die kabel in een halve kring rond. Zoals het trekkarretje van zijn broertje Levi, als die driftig is. Britsen en kisten binnen bereik van de affuit zijn reeds overreden en totaal versplinterd. Hangmatten zijn gescheurd.
Het schip duikt. Het kanon wordt naar voren geslingerd en dreunt tegen