te verstaan waren. ‘Ach, ik heb nooit last met ze gehad.’
‘En je broer dan?’ vraagt Harmen.
‘Nee, nee,’ verweert Joris zich traag, ‘dat was de Verenigde Oostindi...’
‘Man, dat is toch allemaal één pot nat.’
Ze gaan de kombuis in. Potten en lepels slingeren schrapend over de houten wand. Komt door het licht stampen van het schip.
Joris begint over het eten. Dat de schipper best goed spul heeft ingekocht. Als Rochus maar beter oplette en de pap niet verziekte. Die halve houtskoolklonten had hij niet door zijn strot kunnen krijgen. Bijna hebben ze ruzie. Harmen komt tussenbeide. ‘Het gaat om vannacht,’ zegt hij bijna hees tegen Joris.
Rochus' hoofd danst op en neer. Die is al ingelicht.
Hoewel ze hun plan dagen tevoren hebben opgemaakt, twijfelt Joris nog. Rochus steekt een kaars aan. ‘Harmen heb gelijk,’ dringt hij aan.
‘Ja, ja maar de eerste nacht al, we hebben het zo wel afgesproken, dat geef ik toe, maar...’ Joris schudt zijn hoofd. ‘Hoeveel kerels hebben we nou echt, ik bedoel helemaal aan onze kant. Kurt, Heinrich...’
‘Kille hoor,’ prijst Harmen overtuigd, zelfverzekerd. ‘Snijden hun eigen vader en moeder de keel af als ze denken er wijzer van te worden.’
Joris begint het uit te leggen. Ze zijn zo geworden de twee Duitsers door de oorlogen in hun land tussen de Luthersen en de Katholieken. Daarom dat ze zo zuipen. ‘Ze hebben me dingen verteld...’ Hij stopt en rilt.
‘O, ja. O, ja Joris?’ Rochus buigt zich meteen geïnteresseerd naar hem toe. Zijn oogjes, anders altijd waterig halfdicht, ineens wijdopen. Zijn tong glijdt langs zijn lippen. ‘Was het heel erg?’ vraagt hij verlekkerd. ‘Nou kom. Vertel eens...?’
Joris draait zich van hem af. Ik moet niet naar hem kijken, anders word ik kotsmisselijk, denkt hij. Alleen met Rochus zou hij nooit kunnen samenwerken. Bij Harmen ligt dat anders. Die weet wat hij wil. En hij doet het ook. Zo is hij niet, weet Joris van zichzelf. Hij voelt zich wel ontevreden, maar een plan kan hij niet bedenken. Alleen zou hij nooit tot iets komen. Terwijl ze nu al bijna een schip hebben. Nou ja.
Harmen zet zijn wil door. De schieman is ook zo lekker niet. Reinout, de lichtmatroos staat in ieder geval aan hun kant. Heel wat maats heeft hij alvast bewerkt. Die lopen zo over als ze zien dat het goed gaat.
Het belangrijkste is het begin. De eerste overval moet absoluut geluidloos verlopen. Niemand mag een kik geven. Niet alleen om alarm op het eigen