Volledige werken. Deel 13
(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven– Auteursrechtvrij
[pagina 173]
| |
SjouwersliedGa naar voetnoot(1).Wij dragen en sjouwen,
Trap op en trap af,
En dragen ons paksken
Getrouw tot aan 't graf!
Als de handel maar mag gaan,
Dan staat ons het leven aan;
Dan, dan torschen we onzen last,
Zoo als 't sjouwerlieden past,
En wij slaven, blij van zin,
Voor het dierbaar huisgezin.
Wij dragen en sjouwen, enz.
Iedereen is op onze aard'
Toch een zware last bewaard,
Dien men op zijn schouders legt.
Ieder mensch is toch maar knecht.
Op den troon of in de kluis;
Ieder sleept zijn daaglijksch kruis.
Wij dragen en sjouwen, enz.
Makkers, waarom ons beklaagd!
't Paksken, dat de rijke draagt,
Is hij mild of is hij vrek,
Hangt zoo zwaar hem in den nek;
En het pak van d'advokaat
Is zoo vol van slechten praat.
Wij dragen en sjouwen, enz.
Klerken, schilder en poëet
Hebben 't onder 't pak niet breed.
Allen kreunen om het meest;
Want het hangt hun op den geest:
't Paksken is een dom gewicht
Als 't u op de hersens ligt.
Wij dragen en sjouwen, enz.
De geneesheer gaat belaân
Met die hij zond naar de maan,
En dat is geen niemendal!..
Maar het zwaarste pak van al
Is hetgeen de koning draagt,
Die het alles onderschraagt.
Wij dragen en sjouwen, enz.
| |
[pagina 174]
| |
Dragen wij ons pakje dan
Als een moedig, eerlijk man;
Zien wij op geen droppel zweet,
Ieder heeft op aard zijn leed,
Weinig vreugd en veel verdriet
En ons pak is 't zwaarste niet.
Wij dragen en sjouwen, enz.
|
|