Volledige werken. Deel 13(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Jagerslied Daar glimt de zon in 't Oosten reeds En licht in bosch en dal; De frissche morgenstond is daar: Hoort, vrienden, het horengeschal. Hallalah! hallalah! Vooruit met de honden, met weitasch en roer, En vroolijk door bosch en langs veld, Langs bergen en dalen en meerschen gespoord En 't vluchtende wild nagesneld. Hurrah! het valt al voor ons hand, Wat wegschuilt in bosschen en kant! Natuur ontwaakt in volle pracht En wenkt ons 't leger uit; Komt, blijven wij niet langer aan Den loomen slaap ten buit. Hallalah! hallalah! [pagina 169] [p. 169] Vooruit met de honden, met weitasch en roer, En vroolijk door bosch en langs veld, Langs bergen en dalen en meerschen gespoord En 't vluchtende wild nagesneld. Hurrah! het valt al voor ons hand, Wat wegschuilt in bosschen en kant! De rozen spreiden hare geur; De dauwdrop blinkt zoo klaar Aan 't bevend blad, bij koelen wind. Komt, vrienden, het jachtuur is daar! Hallalah! hallalah! Vooruit met de honden, met weitasch en roer, En vroolijk door bosch en langs veld, Langs bergen en dalen en meerschen gespoord En 't vluchtend wild nagesneld. Hurrah! het valt al voor ons hand, Wat wegschuilt in bosschen en kant! Vorige Volgende