Volledige werken. Deel 13(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vrede of liefde? Hoe zacht was mijn leven, Hoe zalig mijn hart! Mij koosde de vreugde, Mij vluchtte de smart; De zon was mij koestrend, De nacht was mij koel, De bron was verkwikkend, De wind was mij zoel; De geur van de bloemen Was balsem voor mij; 't Gejuich van 't gevogelt Was zacht harmonij; 't Geritsel van 't loover, 't Gemurmel der beek Was zacht voor mijne ooren; - Ik minde de streek Waar alles was stilte En zalig genot. - Een beeld mijner ziele, Een beeld van mijn lot! - Thans min ik de orkanen, Den bliksem in 't bosch, Het huilen der winden, Het brieschen van 't ros; Thans vlied ik langs heide, Door woud en door veld En voel mij het hart en Den boezem ontsteld. Thans min ik de woede, 't Gehuil van den stroom, 't Gekrijsch van de meeuwen In angstigen schroom; [pagina 79] [p. 79] Thans min ik geen geuren Van bloemen of plant: Geen bron kan verkoelen Het vuur dat mij brandt! - O zuur is mij 't leven En zwaar is mij 't hart! Mij vlucht thans de vreugde, Mij ketent de smart: O, sedert uwe oogen, Uwe gloeiende lonk, Mijn ziel heeft betooverd; O, sedert ik dronk Het gift van de liefde, - Voor andren zoo zoet! - Sinds voel ik het vuur van De hel in het bloed; Sinds is mijne vreugde, Mijn blijdschap vergaan, Sinds voel ik mij 't harte Met weedom belaân. o, Meisjen, o wreede, Schenk mij uwe min; Dan wordt mijne smarte Van vreugde 't begin. Of schenk mij den vrede, Die, voor ik u zag, Mijn aanzicht deed prijken Met zaligen lach; Geef liefde of geef vrede! - Neen! schenk mij uw min En maak, ja, de smarte Van vreugde 't begint. Vorige Volgende