Volledige werken. Deel 13
(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
Met uw zielverleidend lachje,
Met uw incarnaten bloos
Op uw zachte, donsge blaadjes:
Edel bloeme, lieve roos!
Lelie met uw reine kleedsel,
Met uw hemelblank gewaad,
Waar de ootmoedigheid, 't vertrouwen,
De onschuld op te lezen staat.
Gij die door uw zachtheid schittert
In der bloemen luchtgen trans,
Gij, de beeltnis van de reinheid,
Lteve bloem met zachten glans!
'k Min u, roosje, 'k min u, lelie!
'k Min u beide; want gij zijt
't Beeld der maagd aan wie mijn harte
En mijn ziel is toegewijd;
'k Vind u beide bij mijn liefste
In een zachte harmonij;
Want ze is rein als gij, o lelie!
En ze is schoon, o roos, als gij!
|
|