Gods recht.
Twee engelen brachten ieder eene ziel voor den rechterstoel van den almogenden en rechtveerdigen God.
De eene ziel had, op de wereld, in het lichaam eens rijken gehuisd; de andere had in het lichaam eens armen mans gewoond.
God sprak tot den rijke:
‘Verhaal hoe gij geleefd hebt.’
De rijke zegde:
‘Ik werd in de weelde geboren. Mijn vader was een machtig man, die adeldom en uitgebreide schatten van zijne voorvaderen had geërfd en die mij dezelve achterliet. Van jongs af werd mijne opvoeding aan vreemdelingen toevertrouwd; de moederborste werd mij ontzegd, en men huurde eene vreemdelinge, om mij met hare melk te voeden. Deze verwarmde mij wel in haren schoot; doch haar hart bleef voor mij gesloten en ook dat mijner moeder opende zich voor mij niet. Ik heb mijne ouders nooit dan naar het uitwendige gekend. Toen mijne kindschheid voorbij was, gaf men mij allerhande leermeesters, wier beroep het was mij eene geleerde opvoeding te geven. Zij dachten slechts aan het geld, dat zij bij mij wonnen en geloofden, dat ik, rijk zijnde, immer genoeg zou geweten hebben. Aan de beschaving mijns harten dacht niemand. - Jongeling geworden, stortte ik mij in de ongebondenheid; doch daar ik geene openbare euveldaden bedreef, deden mijne ouders, alsof zij niets zagen. Als mijne mannenjaren waren gekomen, gaf men mij eene maagd ten huwelijk, die ik niet kende en niet beminnen kon; doch zij was van grooten huize en, zoo mijn vader zegde, kon er geen voordeeliger huwelijk gewenscht worden. Ik werd een slecht echtgenoot en later een slecht vader. Thans, rechtveerdige God! zie ik niet dan te klaar, hoe laag mijn leven geweest is...’
‘En hoe hebt gij,’ vroeg de Rechter, ‘ten opzichte uwer arme medebroeders gehandeld?’
‘Ik heb aalmoesen gegeven; dat was de gewoonte in onze familie; men noemde mij zelfs een weldadig man.’
‘Spreek gij nu!’ zegde de opperste Rechter, en hij wendde zich tot de ziel van den armen man. ‘Spreek! hoe hebt gij geleefd en wat hebt gij voor uwe medebroeders gedaan?’
‘Ik werd in de diepste armoede geboren, o rechtveerdige Rechter!