De jongeling staarde met aandacht op het meisje en, terwijl eene lichte stuiptrekking zijne lippen deed bewegen, antwoordde hij:
‘Ja, Signora, te Napels; dat is te zeggen op ons buitengoed, in de omstreken...’
‘Ja, ja, dat is om het even; gij hebt toch te Napels uwe eerste jonkheid doorgebracht?’
Cesare antwoordde niet en bleef nu met nog meer gespannen aandacht naar het meisje luisteren. Marietta werd zulks gewaar en scheen eenigszins ontzet; doch zij ging voort:
‘Hebt gij daar niet eenen zekeren Carlo Massimi gekend?’
Eene vervaarlijke rilling doorliep, op het hooren van dien naam, de ledematen van Cesare; de oogen schenen hem in het hoofd te draaien; hij deed moeite om op te staan, doch werd genoodzaakt zich aan de sofa vast te klampen; want zijne beenen konden hem niet ondersteunen. Marietta verschrikte en angstig liet zij het woord ‘Cesare’ uit den mond vallen. - De jongeling scheen nu zijnen moed te hergrijpen; hij wierp op het meisje eenen blik, waar de diepste verachting in te lezen stond en vlood, zonder nog een woord te spreken, de zaal uit.
Niemand had het eenvoudige, doch wonderbare en ongetwijfeld verschrikkelijk tooneel opgemerkt, dat er plaats had gegrepen.
Marietta bleef eenige oogenblikken als verpletterd zitten; dart stond zij van de sofa recht, ging den heer Franz in de zaal opzoeken en zegde hem met eenen beklemden boezem:
‘o Heer Franz, ik bid u, loop toch Cesare opzoeken. Er moet hem iets overkomen zijn! spoed! spoed! ik bid u...’
Franz staarde verbaasd op het meisje en vroeg:
‘Is hij onpasselijk geworden?’
‘O ondervraag mij thans niet! Snel hem naar!... Later, later zal ik u... maar spoed!’
Ofschoon de jonge geneesheer aan dit alles niets begreep, zag hij toch genoeg, door de aandoening van het meisje, dat er iets gewichtigs moest geschied zijn en, zijnen hoed grijpende, verliet hij de zaal. - Hij richtte zich rechtstreeks naar de woonst van Cesare en schelde aan. Pietro, de oude dienstknecht, deed open:
‘Waar is Cesare?’
‘Hij is daar juist binnengetreden, heer Franz, en naar zijne kamer gesneld. Hij zag er gansch ontsteld uit. Is er iets gebeurd?’