‘Vader,’ hernam het meisje, ‘bemint gij uwe dochter?’
‘Waar hebt gij zulke vraag gehaald,’ sprak de vader verbaasd, ‘hebt gij daar ooit kunnen, kunt gij daar heden aan twijfelen?’ en een traan vertoonde zich in het oog des braven ouderlings.
‘Neen, mijn lieve vader,’ zuchtte het meisje, den ouderling omhelzende, ‘ik heb daar nooit aan getwijfeld, ik twijfel er thans ook niet aan; doch antwoord mij en zeg ja.’
‘Ik begrijp u niet, Fiora... Wel, ik zeg, ik zweer, ja.’
‘Dan zult gij ook mijn geluk willen, niet waar?’
‘Ongetwijfeld, mijne dochter, maar waartoe die ondervraging?’
‘O zij is niet onnoodig, mijn vader.’
‘Ik begrijp u!’ riep nu op eens de ouderling met blijdschap uit, ‘ik zal voor u spreken... Wat ben ik toch blind geweest; ik weet het, nu versta ik het, Santafiora. Gij bemint den vriend Felice en gij wenscht mijne toestemming tot het huwelijk. Moest zich de brave jongeling daarom verwijderen en durft hij zelf mij die vraag niet doen?... o Mijn kind, is het anders niet!...’ En de brave ouderling wreef zich de handen met eene kinderlijke blijdschap.
Santafiora bleef met het hoofd gebogen zitten; haar boezem klopte hevig en zij voelde gansch haar lichaam beven. Zij bedwong echter die pijnlijke aandoening en sprak met diepen ernst:
‘Het is waarlijk eene vraag van huwelijk, vader; doch de heer Felice is daar voor niets tusschen. Ik heb eenen anderen bruidegom mijne trouw beloofd...’
‘En wie is die bruidegom, mijne dochter?’
‘Die bruidegom is God,’ zegde het meisje.
‘Ik versta u,’ zuchtte de vader, en hij liet het hoofd op de borst neêrzakken. Hij bleef eenigen tijd sprakeloos en onbeweegbaar; dan het hoofd oplichtende, zegde hij met eene doffe stem:
‘Mijne dochter, wilt gij mij dan gansch alleen in deze wereld laten? Wanneer ik over eenige jaren uwe brave moeder verloor, troostte ik mij eenigszins, als ik nadacht, dat toch gij, mijne Santa, mij bijbleeft, en ik overwon allengs mijne droefheid. Wat zal er nu, indien gij mij verlaat, van mij geworden?’ En een vloed van tranen ontsprong aan de oogen des braven ouderlings. Het meisje, tot in de ziel geschokt, kon ook hare tranen niet bedwingen en wierp zich eindelijk in de armen baars vaders. Zij bleven eenige stonden op