nestraal laten verlangen. Doch, het is met de bloem, als met een' gevoeligen mensch. Beter is het dezen, een kwijnend, maar kalm leven in afzondering te leiden, dan in de volle wereld door de winden gezweept en soms door eenen nijdigen voet vertreden te worden. Die gedachte zal mij mijne lievelingen ook des zomers doen bij mij houden en mij aansporen om, door mijne zorgen, hun het gemis eener vrijere lucht, zooveel mogelijk, te vergoeden.
Gij kent wel den lichtgelen kanarievogel, die in de achterkamer hangt of liever rondvliegt, en die, om zoo te zeggen, deel van het huisgezin maakt. - Gisteren kwam hij weer op mijnen schouder zitten en streelde mij den hals met zijn fijn kopje. Ik wendde het hoofd om en, als ware hij met verstand begaafd - en waarom toch zou hij niet met verstand begaafd zijn, vermits hij gevoelt en zich aan de menschen verkleeft? - hij stuurde zijne glinsterende oogjes in de mijne, als scheen hij te willen lezen, wat in mijne ziel omging. En waarlijk, ik geloof, dat ik hem mijne gewaarwordingen mededeelde; want daar ik het hoofd moedeloos hangen het, streek hij ook het hoofd neder en ik voelde de donzige pluimkens van zijnen hals den mijnen streelen. - Ik dacht er aan ook hem, bij de aanstaande lente, de vrijheid te hergeven en hem in de volle lucht, naar het land, vanwaar hij herkomstig is, te laten heenvligen, opdat hij niet meer alleen zou geweest zijn; doch dezelfde vrees, die mij beletten zal mijne bloemen te verlaten, zal ook hier dit besluit tegenhouden. Ik dacht aan de wreede klauwen der roofvogels, die de hemelbaan onveilig maken, en ik voelde, dat hem de halve vrijheid, die hij thans geniet, voordeeliger is. - Ik streelde hem zacht met de hand, en, alsof hij mijn besluit begrepe en erover verheugd ware, begon hij juichend heen en weder door het vertrek te vliegen. Het scheen mij, dat hij daardoor wilde toonen, dat die beperkte vrijheid hem voldoende was, en hij, buiten die en onze liefderijke zorgen, niets meer verlangde.
Ik zou u zoo nog honderd dingen kunnen afschilderen, mijne lieve Clotilde, en daartoe hadde ik slechts de voorwerpen in oogenschouw te nemen, die mij in het huisgezin omringen. - Mijne liefde voor mijne ouders is vuriger geworden; mijne vriendschap voor de dienstboden is warmer; het welzijn, het geluk van allen gaat mij ter harte. Dan, ik voel het, ik zou slechts onder andere vormen kunnen herhalen, wat ik u reeds genoeg, door het weinige, dat ik gezegd heb, heb doen verstaan, en dat uw hart, dat mij zoo nauw verkleefd is, genoeg zal begrijpen.