| |
| |
| |
V.
Langs het steile wegeltje dat van de groote baan de helling naar de lager gelegen beemden afholde, en dat bij elke regenbui in een stortbeek herschapen werd, keerde Vincent uit het dorp terug. Gelijk een Grieksche amfoor droeg hij op den schouder de zware bonbonne met wijn, die hij ginder gaan halen was. Van het nog versch verniste groen leekten de dikke waterdruppels, telkens hij het schaarhout ter zijde schoof. De zilveren klank van Zondagsklokken huppelde met hem de helling af.
Vannacht had het gebuid. Beneden dartelde het beekje een eind ver in de rotsspleten van den weg. De bloote voeten pletsten in het lekker frissche nat. In brooddronken weelde deed Vincent het water in glinsterende paarlen wijd in de verte spritsen, of hij sprong op de groote, platte steenen waarrond ontelbare riviertjes kronkelden.
De zonnige Zondagmorgen zong hem in het hoofd. De jonge kracht klopte hem door de aderen. Hij genoot van het soepele spel zijner spieren in de dartele natuur. Hier kende hij thans ieder weggetje door bosch en beemd, dwars over den heuvelkam of tegen de hellingen, het pad dat slechts een half uurtje vroeg wanneer de luie bochten van de groote baan meer dan het dubbele vergden.
Straks kwam er bezoek op de colonie. Enkele revolutionnairen en leiders van de syndicale beweging kwamen met Jacques den toestand bespreken, want er waren gewichtige gebeurtenissen op til. 't Moest een feestelijke bijeenkomst worden. Daarom was hij om wijn geweest.
Wekenlang had hij daar afgezonderd op de
| |
| |
hoogte geleefd. Zonder een ander mensch dan de makkers of enkele tijdelijke bezoekers te zien. Zoo'n boodschap tot in het dorp werd een gebeurtenis schier. En het was Zondag. Kinderen speelden rond de kerk. Vóór een herberg zaten boeren en arbeiders, in blauw gesteven kiel, voor een hel wit en groen geverfd tafeltje. Tegen de in grijsblonden steen gebouwde huizekens, waarvan de schaliedaken doorzakten onder de vracht van den wijngaardrank, zaten de jonge meisjes op de lage steenen bank naast de deur. Onder het kleine Ardenner-stroohoedje met den bonten lintentros, keken bruin en roze gezichten waarin vinnige oogen lachten. Of bij drie, vier vlekten heldere zomerjakjes op het stofferig grauw van den weg, die maar niet voortkon in de grillige wanorde van de overal links en rechts verspreide huisjes.
Zoo verloren leefde men daarboven op de coloniet,... Vincent was schier vergeten dat het Zondag was, toen dit alles hem daaraan herinneren kwam. Nu hij al die nieuwsgierige meisjesblikken op zich gevestigd voelde, deerde hem zijn schamel uitzicht wel een beetje: zijn bloote voeten, de gelapte blauwlinnen broek die nauwelijks tot aan de knieën reikte, de rood flanellen ceintuur die op het loshangende hemd vlekte.
Primitiever kon het niet. De sedert lang ongeknipte haren vielen in lokken op den gebronsden nek. Toch voelde hij dat die blikken hem niet zonder belangstelling volgen bleven. Ze kenden hem wel. Pierre had al verteld hoe men zich in het dorp bezig hield met den nieuwen colonist.
Pas op. jongen! Dat is een bedenkelijke nieuwsgierigheid! En ze hebben temperament, de deerntjes hier!
| |
| |
De beek vormde nu een breeden, ondiepen plas dien hij doorwaden moest om dan, over de beemden, het dennenbosch aan den voet van de helling te bereiken waarachter het witte huis wegdook. De koele streeling van het water rimpelde hem tot aan de knie. Vanmorgen had hij met de anderen een bad genomen, in de plassen van het groote weiland, waar de bronnen zoo talrijk van onder de rotsen aan den voet van den heuvel welden.
Heerlijk! Boven den blauwen boschrand zag de ochtendhemel rozegrauw met paarlemoeren ebbingen. Op den achtergrond donkerde het woud. Het gras glansde zilvergrijs en dik van dauw. De adem van het ontwakend dal wuifde hen tegemoet. Ze waren gevijven. Jacques, die zijn artikelen en brochures gewoonlijk tot in den nacht bleef pennen en dus een laatslaper was, deed niet mee aan de pret.
De kleederen vielen neer. Ze stonden daar naakt in het morgenlicht. Marius blank van vel maar zwart behaard met donzige schaduwplekken; Pierre groot en sterk met bronzen glanzigen zooals het kastanjebruin van zijn kroezelbaard. Vincent slank en soepel, in zijn onwillekeurige kuischheid van het gebaar der Venus van Medici.
- Hei daar! de jonge faun, spotte Pierre, wil je onze nimfen niet achterna!
Maar noch de hoekige naaktheid van Gervaise, noch de weelderige overvloed van de luid gillende Felicienne, vermochten het bij den jongen faun eenige begeerte te wekken. Met één sprong dook hij weg in de hoog-opfonteinende waterstralen, waarvan de kille omarming hem den adem stokken deed. Volheerlijk voelde hij zich voortdrijven, terwijl zijn armen den zachten weerstand kliefden.
Kletsend, pletsend stoeiden en joelden de mak- | |
| |
kers in het nat. Felicienne, die ondanks alle zwaarlijvigheid een uitstekende zwemster was, had den loomeren Marius beet gekregen om hem verraderlijk het hoofd onder te dompelen. Snuivend en proestend kwam hij weer boven onder den algemeenen jubel.
Neen: de bekoring van deze nimfen was niet te vreezen. Wel voelde Vincent het bloed sneller jagen, de warmte hem naar de slapen stijgen, als hij dacht aan de meisjes uit het dorp die hem zoo uitdagend in den rug lachtten, die heimelijk onder elkaar te fluisteren hadden als zij hem zagen aankomen. De begeerte droogde hem den mond. Hij groefde de tanden in de volle, roode lip. Het verlangen striemde hem als een zweepslag over de lenden. Werkelijk voelde hij zich een faun in deze zomerweelde.
Na het bad hadden zij brooddronken geworsteld, hij en Marius, op het vochtige grastapijt, naakt als twee Grieksche athleten. Tot barstens spande de kracht in zijn jonge leden. Herinneringen aan klasieke lectuur. Virgilius en Theocritos, stegen hem met het aroom van dennen naar het hoofd. Hij had den laatsten heuveltop bereikt vanwaar hij door de boomen heen, het witte huis schemeren zag. De met biezen omvlochte bonbonne drukte zwaar den schouder. Even bleef hij rusten, tegen een boomstam geleund, om de kruik aan den mond te brengen:
Nunc est bibendum
Nuc pede libero saltandum....
juichte hij, terwijl hij op maat van de horatiaansche ode de helling afbuitelde. Dronken was hij van jongen overmoed. Onder zijn voet rolden los- | |
| |
geraakte keitjes in de diepte. Rythmen en rijmen, brokstukken van vergeten gedichten flitsten hem door den geest.
Terwijl de eene hand de amfoor in evenwicht hield, frommelde de andere in den lendenband naar een beduimeld zakboekje. Uit de diepte van den broekzak kreeg hij een eindje potlood. Dan schoorde hij zich tegen een boom om, op de knie, een vers neer te krabbelen. Het was niet de eerste maal dat hij, in den laatsten tijd, zijn bezigheid onderbrak; spade, zaag of hamer ter zijde legde, om zoo weer een inval, een kernig woord vast te houden.
Toen hij thuis kwam waren de gasten daar. Jacques was hen tegemoet getrokken door het bosch. Luid pratend zaten of lagen zij op het bleekveld vóór de deur tegen den boschrand, wel een twintigtal: secretarissen van syndicaten, afgevaardigden van libertaire of communistische kringen, leden van de anarchistische groep. Met al die drukte was Jacques in zijn element. Hij was overal, levendig, kwiek. Zijn stem klonk boven die van de anderen uit. Hij was de as, waar alles rond draaide.
Later kwam ook Marius met een half dozijn kameraden. Hij en Jacques hielden er elk een eigen kliekje op na, waar ze 't hooge woord konden voeren: deze in de syndikaten en vakvereenigingen; Marius weer in de anarchistische en libertaire groepeeringen. Slechts Pierre, die met zooveel lawaai minder ophad, was na het bad het woud ingetrokken. Dien kregen ze vóór vanavond niet meer te zien.
Gervaise en Felicienne hadden in de keuken de handen vol. Straks na het eten eerst zou men de zaken bespreken. Nu ging het gesprek over aller- | |
| |
lei. Geestdriftig over de rol van de revolutionnaire pers die ondanks alles: schorsing, boeten, gevangenzetting van de redacteurs, dagelijks van uitbreiding en aan invloed won. Daar was de Guerre Sociale, van Gustave Hervé, die, naar iedereen hoopte, weldra dagelijks zou kunnen verschijnen. Daar was Jacques' blad zelf, dat reeds op verscheid dene duizenden getrokken werd, doch eerst voor goed zou uitpakken als men op eigen pers drukken kon. Men had het over de C.G.T., de pas sedert enkele jaren gestichte Conféderation Générale du Travail, als het machtig organisme dat al de arbeidersvereenigingen tot één verbond diende saam te snoeren, om den grooten eindstrijd, de sociale revolutie voor te bereiden.
In afwachtig van het ontbijt toonde Jacques de colonie, liep met de gasten tuin en weiland af, toonde de stallen, de half opgebouwde loods waar de nieuwe pers moest komen en het lokaaltje daarnaast voor de zetterij, met de opeengestapelde letterkasten te midden van de schavelingen. Hij was onuitputtelijk met zijn inlichtingen. Hij straalde van geestdrift. Zijn plannen werden grootscher naarmate hij zich een feller roes aan eigen woorden dronk.
In de groote zaal, die ruim genoeg was om er een publieke vergadering te houden, had men de tafels tegen elkaar geschoven. Het maal was sober maar overvloedig. Gisteren had Marius den jongen bok en een paar vette konijnen geslacht. De tuin leverde jonge aardappelen en groente in overvloed alsmede sla en fruit.
De wandeling door het bosch had den honger gescherpt. Er werd flink gegeten maar nog meer gedronken. De amfoor was al spoedig leeg, zoodat Vincent en Marius naar het dorp moesten om
| |
| |
nieuwen drinkvoorraad. Maar ook de bezoekers, die wel wisten dat men het op de colonie niet te ruim had, waren niet met ledige handen gekomen. Absinthe, brandewijn, rhum, cognac kwamen te voorschijn. Een galant syndicalist had zelfs aan een likeurtje voor de dames gedacht.
Toen Gervaise en Felicienne koffie schonken, waarbij nog een ferme pousse-café kwam, werden de sigaren opgestoken, zoodat weldra een dichte rookwolk tegen de zoldering hing. Er kwam stemming. De stoelen werden achteruitgeschoven. De stemmen klonken luider. Hier en daar ontplofte een volle lach. Allen spraken door mekaar. Het geraas klonk tot ver in de vallei.
Jacques moest eerst op zijn glas tikken, dan luider met zijn mes op tafel hameren, eer hij wat stilte krijgen kon. Als de laatste stoel verschoven en het laatste glas geledigd was, nam hij het woord.
‘Het kon niemand, die ook maar met eenigszins onbevangen blik de gebeurtenissen wou gadeslaan, langer ontgaan, dat de revolutionnnaire gedachte in den laatsten tijd met reuzenstappen vooruit ging en steeds nieuwe aanhangers won, hier vooral in de streek. Klassenstrijd en loonbeweging gingen hand in hand. Overal werden nieuwe syndicaten gesticht; de eene staking volgde op de andere; telkens wisten de arbeiders de patroons tot toegevingen te dwingen en bereidden zich aldus voor tot den eindstrijd tusschen proletariaat en kapitaal: de sociale revolutie die de narbeider in het bezit van de productie-middelen zou stellen.
Dat in dezen strijd het nijverheidsgebied van de Maas-vallei zich niet onbetuigd zou laten, kon men nu reeds voorspellen. Het kwam er slechts op aan eenheid en tucht in de beweging te brengen, de verstrooide elementen in één groot organisme te
| |
| |
vereenigen, de losse krachten en inspanningen op één doel te canaliseeren, om een macht te vormen die al spoedig het kapitaal tot in zijn grondvesten zou doen wankelen.
Ze waren op goeden weg. Een paar dagen geleden - en hier bracht Jacques met fijne redenaarskneep hulde aan het helder doorzicht en beleid, zoowel van de hier aanwezige leiders als van de arbeiders zelf - een paar dagen geleden dus, was het syndicaat van de kopergieters nog met dat van de moeleerders versmolten. Saam vormden zij nu het machtigste organisme van de streek. Onderhandelingen waren aan gang met de modellen-makers; de kleinere vakbonden volgden vanzelf, zoodat men spoedig tot een gewestelijke federatie zou komen, die als vanzelfsprekend bij de C.G.T. aansluiten zou.
Spreker zelf was naar Parijs op nieuws uitgeweest, zoodat hij bij machte was te melden dat de C.G.T. besloten had eerlang een regionaal afgevaardigde voor de propaganda aan te stellen. Eens zoover nam de federatie het initatief tot een nieuwe loonbeweging, die lukken moest. Nu reeds wasde ontevredenheid groot. Als men die maar even aan te vuren wist kwam het vanzelf tot een algemeene staking die, zoo ze lukte of niet, in elk geval hun jong organisme zou doen bloeien. Tegen dien tijd zou hier het weekblad van de pers komen, dat de beweging centraliseeren moest. Alles was dus voorzien om, op het gunstig oogenblik, langs alle kanten tegelijk, tot den aanval over te gaan.
Voortaan, besloot hij, zullen de arbeiders hun zaken zelf regelen, buiten alle inmenging om van organisaties, die toch meestal in handen van de officieele socialisten zijn - al politiekers en parlementaristen op wien er niet te rekenen valt,
| |
| |
beschaamde of verkapte bourgeois en arrivisten, die slechts hun politieken winkel dienen, voor zetels en mandaten de belangen versjacheren van het proletariaat op wiens schouders zij hopen omhoog te komen. Hier, in de colonie, kunnen de makkers zich overtuigen, hoe men strijdt voor een ideaal, in kommer en ontbering de vrije gemeenschap der toekomst voorbereidt, waar allen broeders zijn en de arbeider, meester over eigen lot, in volle vrijheid naar eigen lust voor ieders behoefte produceeren zou.’
Jacques' primitieve welsprekendheid sloeg in bij de reeds op peil gebrachte aanwezigen. Vooral het vooruitzicht op staking en strijd met de gehate fabrieksbazen, wat toch heel wat nabijer werkelijkheid bleef dan de abstracte begrippen van revolutie en kapitaal, wekte geestdrift. Hier voelde men vasten grond. De vuisten lagen gebald op tafel, terwijl de tanden op elkander klemden.
Ja! ze zouden toegeven, de patroons, of 't ging er stuiven! Het werkvolk zou niet met gekruiste armen toekijken of de staking zegevierde! Het ging hard tegen hard. De arbeider was bij voorbaat verslagen, waar hij niets anders dan zijn zwakke weerstandskas tegenover de millioenen-brandkasten van het patronaat kon stellen.
Dat was goed toen de onbewuste en nog maar half georganiseerde stumperd, niet bewust van eigen weermiddelen was, toen hij zijn stakingen door onderkruipers liet breken, om met hangenden kop en geruïneerde organisatie het juk te hernemen.
Nu had de verbittering van de geleden nederlagen hem geleerd naar andere wapens te grijpen: sabotage, directe actie, daden van geweld, dat kwam er bij een staking te pas! Dat waren
| |
| |
moderne wapens! En dan had men de chasse au renard, de jacht op den onderkruiper dien men aan een eenzamen straathoek opwachtte om hem half dood te slaan of hals over kop in de Maas te doen buitelen.
Het werd Vincent eenigszins ongemoedelijk. De joviale kerels van daar straks waren niet te herkennen. Jacques zag bleek van opwinding. Koortsig gloeiden de donkere oogen in het gelaat dat nog bleeker tegen de zwarte haren en den ringbaard afstak. Zijn schrille stem klonk luid boven het tumult. De anders zoo goedmoedige Marius trachtte iedereen te overtroeven door steeds krasser meeningen, die steeds geestdriftiger werden onthaald.
Het was als een meeting waar ieder redenaar door geweld naar meer bijval streefde. Vuisten bonsden neer op tafel, waar zij slechts de glazen aan het rinkelen brachten. Zelfs de zwijgzamen, stoere arbeiders die minder goed ter spraak waren, kenden plots de welsprekendheid van den drank. Zoo niet punctueerden zij de heftigste uitlatingen met een luiden vloek. Tegenspraak was er niet. Ze waren het blijkbaar eens om elkander te overtreffen in geweld.
Naarmate de algemeene roes steeg, voelde Vincent zich nuchterder worden. De oratorische knepen van Jacques hadden niet langer vat op hem. In het begin had hij niet zonder belangstelling geluisterd. Nu stond hij vreemd tegenover al dien opgezweepten hartstocht, die teugelloozen zelfopwinding, die al minder en minder toerekenbaar leek. Stelde er niet iemand voor, eens dat de staking zou afgekondigd zijn, eenvoudig den rooden haan over de woningen van de werkwilligen te laten kraaien? Het zou niet
| |
| |
moeilijk vallen. Hier, waar de huizen ver van elkander stonden, kon men met een half dozijn betrouwbare, vastberaden kerels een ware terreur doen heerschen.
Ware het niet best een bezadigd woord te laten hooren? Boter aan de galg en waarschijnlijk olie op het vuur. 't Was niet geraden al die opgewonden kerels nu tegen te spreken. Vincent kon ze trouwens begrijpen. Hun drift, hun opgekropte verbittering was al eerst niet kwalijk te nemen. Had hij zelf niet de ellende gekend die tot het uiterste dreef?
Als de luidruchtigsten uitgeraast waren, zakte de opwinding vanzelf. Men had het in de zaal benauwd gekregen, zoodat de een na den ander een luchtje ging scheppen. Nu zaten ze tegen den boschkant of lagen neergevleid in het gras. Het gesprek was niet langer algemeen. Ze zaten te geeuwen of rekten zich wellustig uit op hun stoel. Enkelen praatten reeds over koetjes en kalfjes.
Maar Jacques, die zijn doel niet uit het oog verloor, bracht de zaak opnieuw te berde, een poos later, toen zij wat opgefrischt waren. Om met de staking te lukken moest deze voorbereid, aangewakkerd en onderhouden worden. Het blad moest het officieel orgaan van de beweging zijn; het zou de wankelmoedigen een riem onder het hart steken en in de buitenwereld steun en sympathie voor den strijd verwerven.
De aandacht van heel de arbeidersklas moest op dit conflict gevestigd blijven. Een staking zonder steun van de pers is bij voorbaat veroordeeld. Op de pers hier zouden ze hun tracts en manifesten drukken. Van hier uit zouden voordrachtgevers gansch de streek, gansch het land door-trekken, zaaiers van geestdrift, die van overal hulp
| |
| |
en milden steun zouden aanbrengen. Kortom, de colonie moest een brandpunt van agitatie zijn. Dat deed te staking lukken. Juist zooals ze thans een lichtbaken was, vanwaar de anarchistische idee zich over het Maasdal verspreidde.
Het was hoog tijd om de hand aan het werk te slaan. De drukkerij en het blad, dat waren de machtmiddelen! Daar moesten zij eerst aan denken. Ieder syndicaat zou natuurlijk voor een zeker aantal abonnementen inschrijven. Ieder arbeider moest een lezer, en ieder lezer een propagandist zijn. Het was immers hun eigen blad, dat hun eigen ideeën uitzegde en hun eigen belangen verdedigde. Zij zelf stelden het op. Zij drukten er hun mededeelingen, hun oproepen en manifesten in af. Het was hun officieus orgaan; dus was het ook billijk dat elk syndicaat, elke libertaire groep zijn steentje aanbracht, een gedeelte van het risico droeg, elk naar zijn vermogen. Door de drukkerij te bekostigen, legden zij een kapitaal aan dat meer dan honderd per honderd intrest zou opbrengen.
Jacques kende zijn publiek. Hij wist hoe hij eigen geestdrift moest overplanten op zijn toehoorders. Daar zaten menschen met glanzende oogen en een vastberaden trek om den mond. Alles wankelde voor Vincent. Had hij daar straks niet de onzinnigste dwaasheden gehoord? Leek dit niet een bende bezetenen, tot alles in staat?
En nu? Het waren nog slechts eenvoudigen vereenigd in hetzelfde ideaal; die er om geleden en gestreden hadden. Zij waren vervolgd en gebroodroofd, hadden in de gevangenis gezeten, honger geleden, hadden hun leven veil gehad...
Vincent zag weer de Place de La Roquette, met het ochtendgrauwen op de vuile gevels. En daar, bleek maar kalm voor de dood, een achttien- | |
| |
jarige knaap, die zijn leven had veil gehad... voor eene idee.
Het begon te schemeren. De zon school weg achter de heuvelkammen, zoodat de schaduw reeds heel de vallei omhulde. De duisternis kwam uit het woud geslopen en hurkte neer tegen den gevel van het witte huis. Sigaren en sigaretten stippelden rood op gezichten die wegdoezelden in het donker. De manesikkel rees boven het dennenbosch. Er werd niet meer gesproken. Zij waren het eens. Hier en daar fezelde er nog een over het bedrag dat hij hoopte bijeen te brengen of over het aantal abonné's waarop hij meende te kunnen rekenen.
Gervaise en Felicienne hadden gedaan in de keuken. De vrede die uit het slapend woud overwoei, verjoeg als een boozen droom al de woorden van geweld die daar straks zoo luid geklonken hadden. En plots, impulsief, onbewust bijna, had Jacques de Internationale aangeheven. De meesten waren recht gestaan. Machtig galmde over bosschen en heuvels, tot in de slapende verte, het revolutionnaire lied
Debout les damnés de la terre...
|
|