sen zijn tevreden jongen, je hoort ze nooit praten over verbetering, behalve als ze incidenteel voor een probleem zitten, zoals huishuur betalen of kleren kopen voor de schoolkinderen et cetera. Zodra dat is opgelost via bedeling of zo, zijn er geen vrolijker mensen.’ Ik dacht: God spare hun leiders dat het zo blijve, anders zouden wij erge dingen kunnen gaan beleven. Maar de tevreden houding van deze mensen geeft hun leiders niet het recht ze daarom te verwaarlozen.
Naast mijn vriend woont een moeder met zeven kinderen. Een van de kinderen, een zesjarig jongetje, doet boodschappen voor hem. Ik heb zelden zo'n intelligente knaap gezien; zeer bijdehand. Deze jongen, zo vertelde mijn vriend, moet elke dag meemaken: vechtpartijen, scheldpartijen, luide huiselijke twisten van medeërfbewoners et cetera. En als wij als standaard mogen nemen hetgeen ik zelf hoorde, dan is de dosis dagelijks te verwerken ongepaste taal niet makkelijk. Alleen sterke karakters verlaten ongeschonden een dergelijk opvoedingsmilieu. Ik nam me in elk geval voor deze knaap in 't oog te houden. Maar deze incidentele voornemens helpen het probleem niet oplossen.
Het lijkt alsof onze regeerders, die zelf meestal op deze erven zijn opgegroeid, zijn vergeten waar zij vandaan komen. Zij schijnen te zijn vergeten dat deze erven met stinkende open riolen, vuile ongezonde beerputten, bouwvallige krotten, algemene kranen, soms zonder behoorlijke badkamers, waar de volwassenen pas 's avonds ‘naast het huis’ moeten baden, nog niet zijn verdwenen. Zij schijnen te zijn vergeten dat er burgers zijn voor wie ‘brood met toespijs’ niet alledaags is. Zij schijnen te zijn vergeten dat de ‘kokolampoe’ in vele woningen nog de normale verlichting is als de avond aanbreekt. Zij schijnen te zijn vergeten dat er huizen zijn waarin een klamboe tegen muskieten luxe is.
Maar neen, de heren houden zich alleen bezig met hun eigen zak, zodra zij er zitten. Zij zijn de hele tijd bezig eraan te denken hoe zij hun positie kunnen behouden of hoe zij persoonlijk, financieel en maatschappelijk vooruit kunnen gaan. Maar de arme burgers die hen op die plaatsen hebben gebracht, vergeten zij.
Ik ben 's avonds van het erf weggegaan als een gedesillusioneerde met grotere minachting voor hen die de macht hebben om deze wonde uit te lepelen doch er geen acht op slaan.