fluit mij soms wakker met dezelfde schok en ik dacht: er zijn vele levens. Als ik 's morgens wakker word, ontwaak ik tot mijn eerste leven en als de fluiten blazen, word ik tot mijn tweede leven gewekt. 's Nachts riepen zij mij regelrecht wakker tot mijn tweede bestaan.
Nu weet ik dat het ons slechts gegeven is bij ogenblikken volkomen wakker te zijn en dat ik volkomen wakker werd als ik de fluiten hoorde boven de stad.
Wakker zijn is helder willen de dingen te kennen en te veroveren. Ik was een kind nog en gaf dus het verlangen zelf een naam. ‘Ik wil naar Holland, ik wil naar Holland,’ zo lag ik soms 's nachts te kermen in mijn bed. Holland leek mij het onbereikbare. Overdag was ik vermoeid van de eigen onrust van de voornacht, te gedrukt om blij te leven.
Nu zit ik hier in een Hollandse stad dicht bij zee en mijn verlangen is hetzelfde gebleven, alleen werd het feller en onbegrensder. Ook heb ik het herkend: het intense verlangen naar een leven dat alles omsluit. Ik zit weer voor studieboeken, andere dan toen, maar met dezelfde onwil voor de taak, en als toen voel ik mijn eigen wil als een zware hand die mij in de nek greep en op de stoel voor mijn boeken neerdrukte, dwingend vasthouden. Als toen verliest deze het ook van een willekeurig geratel in de verte of een sirene-autoclaxon?, fabrieksfluit? - 's middags in de stad. Weer kom ik tot heldere waakzaamheid die mij ongeschikt maakt voor de slaap van anderen, hun leven. Nooit verliet mij de hunkering naar mijn tweede leven, maar nu is het een verlangen, zo rijp geworden, dat de vervulling niet ver af meer kan zijn. Het gevoel van het kind, dat toen tussen twee landen stond, is uitgegroeid tot mijn verlangen dat zich tussen twee werelden beweegt.
Het verlangen naar de wereld is wel reeds een oud verlangen. Het bestond van die dag af dat wij voor het eerst verlangden naar het lichaam van een vrouw, daarna verliet het ons niet meer. Maar het was een ontijdig verlangen, dat opflikkerde en doofde. Maar nu verloor ik de wereld, waarin ik kind was en daardoor rijpte mijn verlangen naar de wereld. Al de vreugden van het kind zijn mij langzamerhand ontgaan. Ik zag die wereld ondergaan en zie voor mijn ogen een nieuwe wereld komen, de wereld van de man. Sinterklaasfeesten, kerstfeest en het geloof, blij zijn met niets en om