geld kon lenen van de koning, wanneer je meer nodig had dan er zich in je beurs bevond. Ook bezochten de mensen de koning alleen maar om hem vrolijk te stemmen. Deze mensen hoopten dat de koning hen dan later direct zou helpen, als ze hem eens nodig gingen hebben. (Weliswaar hielp de koning dan niet altijd meteen als ze later in moeilijkheden zaten, maar de koning was wèl gevoelig voor bezoeken die hem plezier deden en hij was er nog gevoeliger voor wanneer men een cadeautje voor hem meebracht.) Klachten over de lage deuropening waren er dus niet. Het was wel eens gebeurd dat iemand er flink zijn rug aan had gestoten, maar die was toen ook meteen op zijn kin de zaal ingeschoten - zoveel nederigheid verlangde de koning nu ook weer niet. De man heeft niet geklaagd; klachten achteraf helpen toch niet meer. Bovendien: wat de koning deed was goed en het hele volk sloeg zich dan ook trots op de borst vanwege de te lage deuropening. De koning zelf had geen last van het te lage deurgat. Hij verliet slechts enkele malen per jaar de zaal. Dan kwamen er metselaars en timmerlieden die een gedeelte van de muur sloopten om de deuropening zo hoog te maken dat de koning er kaarsrecht doorheen kon, zoals altijd statig schrijdend. Was de koning terug, dan werd de deuropening weer op de oude hoogte, of misschien is het beter te zeggen: laagte, teruggebracht. Op die manier werd er ook nog werk geschapen voor de ambachtslui.
Nu was er in dat land een man die de koning nog slechts éénmaal in zijn leven bezocht had. Dat was geweest toen hij als kleine jongen met zijn vader mee mocht en hij nog rechtop lopend onder de koninklijke deur door kon. Het was vreemd dat hij sinds die keer niet meer bij de koning was geweest, want alle mensen van het volk bezochten de koning om de paar jaar. Die man wilde echter de koning niet bezoeken, omdat hij weigerde de lage deuropening te passeren. Hij zei: ‘Ik weiger te buigen voor de koning. Hij is een mens en ik ben een mens. Maar ik werk, terwijl hij de hele dag op zijn mars zit. Omdat ik nuttiger ben dan de koning, ben ik meer