Het tweede gezicht (onder pseudoniem Mani Sapotille)(1985)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52-53] [p. 52-53] Altijd hetzelfde verhaaltje Dit is een waar gebeurd verhaal. Twee duiven praten over de warmte. Vogels kunnen zo hoog vliegen dat ze geen last hebben van de warmte. Maar deze hadden die dag geen zin om zo ver op te stijgen. De een zei; als wij nooit meer opstijgen is dat erg voor de wereld. Waarop de ander antwoordt: hoe bedoel je dat? Wel, wij duiven zijn toch het symbool van de vrede. En kun je dat niet zijn als je op één plaats blijft zitten? Nee, de vredestak moet van de ene partij naar de andere. Ik vind: een duif is niet tussen, maar boven de partijen. Wij duiven zijn 't niet eens, hoe dan in de wereld? Je luistert niet naar wat ik te zeggen heb. Dieren maken dezelfde fout als mensen: Iedereen hoort alleen wat hij wil horen. Wat is de waarheid? Kunnen dieren praten? Sommigen zeggen van wel. Maar dat is natuurlijk grote onzin. Dieren praten niet, ze communiceren wel. Communicatie tussen dieren blijkt moeilijk te zijn. Bij geen enkel dier gaat het ooit om oorlog en vrede. Het gaat om de plaats die ze opeisen, daar vechten ze om. Een symbool als de vredestak kennen ze niet, ze gaan knokken. Het enige wat ze kunnen doen is waarschuwen: terrein afgebakend. En dan is het net als bij de mensen: misverstanden brengen ruzie. Tja, dus dieren hebben in feite toch meer menselijks dan we denken: Iedereen hoort alleen wat hij wil horen. Vorige Volgende