Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Wijding De klokken malen in de wijde luchten Het kruid van Christus voor het hooge feest. En door den geur der forsch geplette vruchten Bloeit nu mijn borst zoo breed en onbevreesd. Ik kan die zware roken nauw bevatten En sta te peinzen, hoe van dit geweld Ik drinken zal den wijn van de innge schatten En rijzen naar den hemel als een held. Ik grijp de wolken waar het licht komt zoomen En plooi ze rond mijn roode schouders ssam. Nu uit den klokkenmolen geur blijft stroomen Vraag ik de zon haar eeuwgen gouden naam. En met haar letters voor mijn hoofd gedreven, Jaag ik de twijfels weg van eigen nacht, Tot voor mijn oogen, stralende ik zie beven Den spiegel, waar Gods ziel verliefd in lacht. Vorige Volgende