Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1327] [p. 1327] 1920 Afscheids-landschap Dien avond dat een grijze hond in 't hok Lag en de maan de helft der lucht bescheen; In 't oogenblik dat tusschen beide trok Een raaf naar 't nest en aan de kim verdween; Toen op het zien van mijn gebeitsten stok, De hond zijn mond vertrok en blafte, neen, Schier huilde en ergens zeven uur de klok Sloeg en de trein een sein floot lang aaneen; Wist ik, dat in ons was iets schoons vergaan En keek de erinring aan uw tranende oogen, In de oogen van dien vochtgen hond mij aan, En hoorde ik in zijn blaf uw stem bewogen, Als toen ik om u de contouren van 't Vaarwel zag en u gaf voor 't laatst de hand. Vorige Volgende