Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1287] [p. 1287] Wereldwee. ‘Zeg in den wind al Uw smart en verlangen, hij zal het voeren naar 't land over zee, luister, gij zult bij den windkeer ontvangen - zacht-ver - het antwoord, een echo van wee!’ Wordt dan geleden in alle gewesten? Is dáár een smart aan de mijne gelijk? Staart daar een weenende ziel op de resten van haar verbrokkeld Illusiën-rijk? ‘Ga! naar het strand, wen er luiden de klokken, zing Uw gebed daar, de wind voert het mêe. Wacht op den windkeer; hij voert u bij brokken over het bidden, daar ver aan de rêe. 't luiden der klokken van 't land over zee. Daar wordt geleden, gebeden, gestreden, daar wordt al lijdende, zingend gebêen. Wees met Uw land - dat koudkille - tevreden, lijd voor het goede. Gij zijt niet alleen!’ Vorige Volgende