Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1274] [p. 1274] Klokje in 't dal. Wanneer ik op een berg sta, en in 't dal een kleppend klokje klinkt de klare klanken, dan voel ik de behoefte om te danken: de schoonheid Gods vertoont zich overal. Mijn blik, geboeid, zoekt, waar het klaar geschal van 't klokje klinkt en rijst; de klanken wanken. Ik zie en zie niet zweven gouden spranken van ruischend zonlicht in de lila hal. Ik voel me vredig dan en vroom gestemd; mijn ziel rijst hooger dan de gouden wolken, daalt dieper dan in 't dal de groene kolken: 't is of mijn oog in hemelneevlen zwemt... Het klokje klinkt voor 't laatst... de klank verringt... Ik droom en luister naar 't heelal, dat zingt. Vorige Volgende