ben ontkomen. Ze zijn mijn jeugdvrienden gebleven, al zullen kenners misschien hun prae-Morris-stijl hebben veroordeeld.
Het was of ik toen eerst goed voorvoelde, wat elke afzonderlijke letter later voor mij zou beteekenen: een soort juweelen, waarmee ik naar hartelust mocht spelen. De magie, waaraan Rimbaud zich niet onttrekken kon, toen hij schreef:
A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu: voyelles,
Je dirai quelque jour vos naissances latentes:
A, noir corset velu des mouches éclatantes
Qui bombinent autour des puanteurs cruelles,
onderging ik op mijn manier, maar dan ook die van de medeklinkers, al zullen er zijn, die mijn leedwezen over Rimbauds uiteenzetting begrijpen, wanneer ik het niet met hem eens ben over zijn interpretatie van de A; zij is toch ook de beginletter van een woord als b.v. amaranth en de eindletter van den toon la, dingen die geen charogneuze bijgedachten toelaten. Hoe vaak heb ik zitten mijmeren over de capitale D's en T's en over de slanke zwarte-zwanenachtige L, alsof zij zoo pas uit een postzegel van West-Australië was komen glijden!
Het bestudeeren van de koppen der bladen is overigens iets wat de bestede moeite wel loont. In den kop van pronkletters, naar tendenzen van den tijd der oprichting, manifesteerde zich graag het karakter van het blad en de eigenaars koesteren liefst een modern conservatisme, om dat eenmaal aangegane cachet te behouden.
Maar naast de letter is er ook nog de geest. Het was natuurlijk louter toeval, dat het Advertentieblad begon te verschijnen in dezelfde maand, waarin het Second Empire ten onder ging. Zonder nu in een enorm-grappige bui het eene als een consequentie van het andere te laten beschouwen, is er in het Advertentieblad toch altijd iets geweest, wat zich gaarne koesterde in de stralen van een zon, die ook te Parijs scheen, al heeft het blad daarmee in Maastricht nu wel niet alleen gestaan.
C'est un oiseau qui vient de France, werd hier altij d graag gezongen van hoog tot laag. De schaduwen van die Fransche vogels en meer nog die van de Maastrichtsche duiven, uit Frankrijk terugvliegend, schoven gaarne over haar advertentierubrieken en hielden er mede dien serieus-frivolen geest in, die elke specifieke Maastrichtsche uitting, zoo typisch, aantrekkelijk en dankbaar maakt.