Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende VII Nawolverij Zelfs een wolf houdt dat niet uit. Hij liep daar weg, sloop naar Grootmoeders huis, keek door het raam, zag wie niet sliep, en zich niet storen liet door zijn gedruis. Grootmoeder zat in een rood boek te lezen. Betoverde prinsen kennen zelfs Nederlands. Wat dat voor boeiend boek mag wezen? Het is Latijn! Pierre Kemp denkt toch in 't Frans? Carmina matrimonialia? Ook dat nog bij al mijn honger en verdriet. Zo juist in het bos met die kleine kat en hier dit Kempiaanse huwelijkslied. Grootmoeder hoort iets, 't Boek gaat neer. Zij luistert: het is al stil. Zeker weer die betoverde heer, die niet kan hebben, dat ik zingen wil?! Maar ik zing toch! Bomen zingt met mij mee, mijn lievelingslied van Béranger!!!! Combien je regrette mon bras si dodu, -ma jambe bien faite et le temps perdu!!! Zij is te oud, te taai, waarom mijn tanden pijn doen aan haar? 't Is te dom nu ik die beentjes van haar kleinkind heb gezien. Word ik ooit verlost, wie weet, misschien?? Zij mag het weten, dat ik hier sta en ook begrijp wat ik nu zingen ga: [pagina 502] [p. 502] ‘Combien je regrette ma jambe si perdue, mon bras bien fait et le temps dodu!’ Je kent er niets van, Wolf! Ik dacht je meer lettré, dan zo te knoeien met mijn dierbare Béranger! Wat doet je me lachen òm je rauwe bek! Grootmoeder houdt van bloemen, van licht en van een pittig matrimoniaal gedicht, maar wat jij gorgelt, maakt mij gek! Vorige Volgende