Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende V Bij de tweesprong Tweesprong waar het bos begint. Roodkapje weifelt. Wind, ga ik hier in, waar kom ik uit?? De wind weet van niets en sluit maar waaiers van takken dicht. Dan zal ik het vragen aan het zonnelicht. Zon, die weg met die witte steentjes lijkt mij zo pijnlijk voor mijn teentjes, zal ik die met de dennenaalden gaan? Zij kijken elkander begrijpend aan. Daar is deWolf, zie hem gapen! Heeft hij misschien niet goed geslapen? Je zult wel moe zijn, zit eens naast mij neer. Ik naast jou, Wolf? Liever niet! [pagina 499] [p. 499] Dan mag ik ook niet mee? Neen, mijnheer de Wolf. Daar glijdt het Lied van moeder weer aan. Hoor! Van die koningszoon, die door te weinig animo voor het Frans verloor zijn toekomstige kroon. Nu moet ik gaan, waar ik dit niet meer hoor. Roodkapje, houd de goede weg, loop zacht. Niet alle wolven hebben dat nabedacht van mij. Luister goed naar moeders Lied. Pluk deze margeriet en houdt ze gaaf, tot alles is geschied. Vorige Volgende