Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 356] [p. 356] Stationstraat 20 mei 1895 Verdriet om een koninginnetje Daar sta ik met mijn bouquet en mijn oranje-sjerp voor mijn klas. Het is nu ernst. Er wordt op mij gelet. Ik adem in een klok van glas. Zon danst door de waaiers van de bomen met vlaggetjes oranje, rood-wit-blauw. De stoet moet dadelijk komen. Ik schijn onzeker, ik vertrouw mijn hand niet meer. De rozen beven tussen de groene vulling even. Onder mijn schouders zinkt het zorgeloze weg om dit gecontroleerde leven. Daar is de stoet. Ik weet, hoe ik nu driemaal nijgen moet en mijn bouquet moet reiken. Maar niemand weet, hoe ik mag kijken van zeer nabij, dan ik alleen. Ik zie mijn rozen en de papieren kant rond mijn bouquet al in Haar kleine hand. Maar neen, al zie 'k een mooie hand in lila schijn, zij kan niet van het Koninginnetje zijn. De jongens staan aan de kant der Regentes. Ik sta verkeerd, rose als een bes. De bloemen, vlaggen en muzieken van de dag helpen mij niet. Ik heb de tegenslag! En stil verpleeg ik mijn kinderlijk verdriet: mijn rozen kreeg het Koninginnetje niet! Vorige Volgende