Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Jeanne (voor haar critica) Pop, waar kom jij vandaan? Van 't Walenland. Ik heb mijn pas versneld. Ze hebben me zo veel goeds van je verteld. Ik dacht, misschien kom ik te laat daar aan. Van 't lopen zijn mijn schoentjes mergelwit en ik ben zo moe. Mag ik even zitten? Als je zegt, hoe je heet, daar is je stoel! Mijn naam is Jeanne van Luik. Ik voel me al minder moe, maar mag ik komen als moeders kindje in moeders armen dromen? Je tanden kloppen met je pas. Je haren zijn echt en lang, je neus staat boven je mond als aangeduid. Blauwe en klare ogen. Wat zijn die mooi! Ben je gezond? Ik leef van kersen en veel ander fruit. Hier zijn mijn lippen, vraag die maar eens uit! Meer zei ze niet, wat ik ook deed of riep. Nog even zuchtte zij: ‘Marguérite’ en sliep. Vorige Volgende