Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 194] [p. 194] Laatste wens Ik kom natuurlijk van een héél ver paar en kan geloven aan hun korte vingers, aan hun ontwikkeling van been, vlees, huid en haar tot hedendaagse onsterfelijkheids-bedingers. Maar alles wat dat paar deed was natuur. Zij leefden in de kansen van hun vormen, ook toen zij zochten God in Zijn cyclus van as en en boorden tot Zijn vondst van de eeuwige wormen. Of ik dat mooi vind, wordt mij niet gevraagd. Ik wriemel mee in al mijn mogelijkheden. Als menselijk dier heb ik mij vaak beklaagd en mij geërgerd tussen vloeken en gebeden, hoe zonder zweem van originaliteit God gekleineerd wordt in Zijn goddelijk behoud en ik verveeld met een steriele eeuwigheid, wijl er geen bloemen bloeien op een park van goud. Zo kom ik met mijn laatste schreden aan mijn dood, misschien nog wetend, dat ik vertrekken moet, al onverschillig voor wat de Aarde mij bood en blij te zullen wezen elders zonder bloed. Werd ik toch Niets! Iets zonder vorm of kleur, dat kan vervluchtigen zonder wade of kist en niet vernietigd wordt in lijkengeur, iets naar mijn trant en stand van oude realist! Vorige Volgende