Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] Hoe is het er? Ik kijk naar de vingers van mijn hand. Eens zullen zij niet meer schrijven. Eens ga ik geheel uit mijn verstand. Waar zal ik dan ergens blijven? Als ik nog ergens blijf, behoef ik niet meer te lopen. Mijn gaande man is weg. Ik weet het niet eens en keer niet weer, dat ik het iemand nog zeg. Het zal me zelfs niet vreemd zijn. Gewoon ben ik het al in het nieuwe verkeer. Er is geen herinnering aan vrouwenschoon en geen zwellende borst om manneneer. Ik weet nog meer van die toekomst. Máár alléén weet ik, wat níet er is. Het is er ook niet wonderbaar en er is niets van wat ik nu gis. Hóe is het er? Hóe?? Kind, dat moet je niet vragen. Wij worden er niet meer oud, is dat niet goed? Wij hoeven er niet meer te klagen over voortplanting en dik bloed. Vorige Volgende