Ter inleiding
Oorspronkelijk was het mijn opzet zo mogelijk een complete verzameling van alle Limburgse sagen en legenden te geven. Naarmate het werk vorderde, bleek het mij, dat dit onbereikbaar zou wezen en wellicht ook doelloos. Ten aanzien van legenden omtrent Limburgse heiligen, sagen betreffende historische personen, kerken, kapellen en wonderbeelden kan volledigheid nog mogelijk zijn en heb ik er inderdaad ook naar gestreefd. Bij mijn notities van nog onder het volk levende verhalen omtrent spoken, heksen, weerwolven en andere griezeligheden ervoer ik al spoedig, dat het getal van die sagen ongeveer oneindig was. In tal van gevallen merkte ik duidelijk met lokalisaties te doen te hebben. Menige weerwolvengeschiedenis bijvoorbeeld speelt zich ongeveer gelijkluidend in verschillende min of meer ver van elkander gelegen plaatsen af. Ik bepaalde me ten slotte dus tot het noteren van meer originele of sterk gevarieerde sagen van deze aard.
Ik beschouw mezelf voorts als voortzetter van de arbeid van anderen. Op de eerste plaats noem ik voor ons gewest de pionier op dit terrein, wijlen pastoor Welters, verder personen als Vrancken, J.D. Franquinet, Van Beurden, Schrijnen, Dorren, Smeets, Hoens, Krekelberg, Flament en anderen. Ook werden in deze verzameling een aantal op Limburg betrekking hebbende legenden en sagen opgenomen uit de werken van Cesarius van Heisterbach en Wolf.
Voor wat de oudere en reeds door anderen genoteerde sagen betreft, wil dit boek niets anders wezen dan een compilatiewerk. Oudere en vaker gepubliceerde sagen, o.a. in de Maasgouw, de Limburgse Jaarboeken en Limburg aan Christus, zijn door mij in beknopte vorm naverteld, soms met behoud van typische fragmenten of kernachtige zegswijzen uit de lezing van vorige vertellers.
In de sagen omtrent heiligen en historische personen liet ik het zuiver geschiedkundige ter zijde, me bepalende tot datgene wat tot de aard van dit werk behoort. Het wetenschappelijk belangrijke van deze uitgave blijft beperkt tot het verschaffen van nieuw materiaal; inderdaad werden door mij tientallen sagen genoteerd die ik elders nog niet gepubliceerd zag. Uiteraard behoren deze grotendeels tot de la-