Roemertje
Ik hang met mijn lippen aan het roemertje van je mond en kan ze niet meer bewegen.
Doe je oogen nu maar open en dan weer dicht, in grappig herhalen, van dat goede plekje scheid ik niet meer!
Onze wimpers raken elkander boven je weerloozen glimlach.
Nu ik los kom, zijg ik op de knieën en het spelletje begint weer opnieuw.
Ik neurie tegen je mond als een verliefd dier. Al mijn dwaze woorden wrijf ik je op je lippen en ik poos al weer.
Doe je oogen nu maar open en dicht, open en dicht, open en dicht, ik kan niet meer, ik kan niet meer! Verstard in de verrukking blijf ik zoo, tot je mijn hoofd begeerig in je handen neemt, mijn mond met geweld gehéél in de jouwe prest en me dan zachtjes wegschuift, meewarig fluisterend:
- Voor nu, is het genoeg.