Onthouding
We zijn weer aan de eenzame dagen, dat je me niet kunt ontvangen.
Met lichte treurnis stel ik me dezen avond tevreden, wat te spelen met je handen. Ik wend ze naar alle zijden, om en om en nog eens om en om en vergelijk ze. Mijn vingers dringen zich tusschen de jouwe.
Ik beschouw ze lang.
Elk paar brengt me bij de herinnering aan je trouwe beenen, die ik nu zoo hopeloos moet mijden.
Je oogen sluit ik met mijn lippen, nu ze zoo zacht-verwijtend kijken naar mijn verdriet.
Dit is ook ongeveer alles.
Mijn begeerte blijft een open wonde, zonder kans op genezing.
Het zij zoo!
Ik onderwerp me weer aan deze naargeestige periode en poog al mijn ‘gêne’ weg te sussen met mijn wangen tegen je relief en mijn gedachten tegen den kalender.