Begraven Mond
Je houdt je mond wreed voor me verborgen en zoo zeer ik me naar je keer, wendt je je van me af.
Begraaf hem maar!
Stop hem vooral diep in het kussen!
Leg je wangen er overheen, en je oogen, je wenkbrauwen, je slapen en dek dit alles dan zorgvuldig met je haren!
Ik weet niet wat ik misdeed en waarom ik dit verdien.
Want het is niet van speelschheid dit spel. Je hebt me straks te vernietigend aangekeken.
Ik ben echter niet alle dagen dwaas.
Houd hem maar weg, tot het eind van alle dingen, als je daar behagen in vindt!
Van middag zal ik hem niet opgraven, geloof me gerust. Ook niet van avond, ik weet het al zeker.
Of ik het morgen doe, betwijfel ik, verondersteld, dat je hem zoo lang eenzaam in zijn graf kunt laten blijven!