De heilige Drift
Nu buiten alles ritselt en ruischt in het delirium van de bevruchting, jaagt de heilige drift me voor jouw symbolen.
Ik honger met de hééle natuur naar de wreede verzadiging van deze zwangere dagen.
Voor mij ben je niet meer een ziel en een lichaam in het kader van je naam, maar een medium voor de dingen van de almacht en de onmacht, voor God en het bezielde dier.
Het kon ook een andere zijn, elke andere, die de essences van je genus met zich draagt, als een behoed geheim, of in onnoozele nonchalance of in hinderlijken pronk.
De deernis me bevangend, zou me om elke andere verweeken en de pijn, die ik je niet kan onthouden, zou ik elke andere aandoen.
Maar ik wentel mee door de macht van het licht in deze brandende dagen. Ik glimlach voldaan, om den onmeedoog enden ernst, die je wilskrachtig en mond spant tot slurpende kussen en om de nietsontziende kracht, waarmee je je op me instuwt.