staan, dan hoefde ze zich geen onwaardige straatmeid te voelen. Zelfs voor een Achille Le Fexhe, figuur verblijvende in ideale hoogten, had ze de oogen niet neer te slaan.
Ze wilde zich voortaan aan allerlei godsdienstige en liefdadige werken gaan wijden. Ze zou beginnen met zich als lid der congregatie van jonge dochters op te geven.
De pastoor ontving haar vriendelijk, doch hoorde met een lachje, waarin ze ironisch wantrouwen voelde, haar verhaal aan.
- Natuurlijk zullen we U graag weer inschrijven, maar zeg eens kind, begon de geestelijke, met een beetje vriendelijke strengheid, hebt ge U zelf rekenschap gegeven waarom ge dat eigenlijk wilt? Ge hebt kennis gehad, met dien Duitschen... spion, laten we maar zeggen.
- Geen spion, verdedigde Ketteke met verontwaardiging, een onvoorzichtige jongen, vraag dat maar aan den commandant. Bovendien, het was al tusschen ons uit.
- Voelt ge U echt tot meer gebed en reiner leven getrokken... of weet ge niet wat ge wilt, en denkt ge zóó iets te hervinden wat ge verloren hebt?
- Ik zoek steun, beleed het meisje hevig kleu-