vaardigheid mocht hij, wou hij niet alle respect voor zich zelf verliezen, niet veronderstellen. Niettemin, een vage twijfel kwelde hem, misschien erger dan de scheiding zelf.
Dien nacht stormden allerlei gedachten en plannen door zijn geest. Hij riep ze vrijwillig op, forceerde ze zijn aandacht in beslag te nemen. Met vrouwen liet hij zich voortaan niet meer in, al zijn geest en energie concentreerde hij in de toekomst op echt mannelijke dingen, op daden van den geest. Met ijzeren wil ging hij den sleur van het alledaagsche breken, bewijzen, dat nog iets anders in hem stak dan een doodgewoon technisch teekenaar.
De meest fantastische voornemens spookten door zijn brein. Ontwerpen voor een groot, geweldig modern epos drongen zich op - scheppingen evenwaardig aan Dante's Goddelijke Comedie - vervluchtigden weer of verliepen in berekeningen hoe een leidende figuur in het politieke leven van zijn tijd te worden.
In de diepten van zijn gevoelsleven waarde nog immer, hoe kunstmatig en gewelddadig ook onderdrukt, het bewustzijn, het vermoeden, de vrees een groven misslag begaan te hebben. Nieuwe ideeën, nieuwe plannen, om dat mierend