derde men van Willy, van een vreemde, meer dan van iemand anders?
Willy was katholiek, dat meende ze wel te hebben gemerkt. Met bewondering had hij immers over St. Franciscus gesproken, net als de kwezels, die het aanhoudend over den Heiligen Antonius hadden. Over geestelijken hoorde ze nimmer een onaangenaam woord.
Ze zag er dus 'n beetje tegen op hem erover te ondervragen. Ze zou nu pogen een verklaring uit te lokken, door eenvoudig te vertellen wat de dorpsjongens over hem bazelden. Oberhoff bleek een beetje ontstemd door die mededeeling. Het viel hem moeilijk iets te zeggen daarover, met zichzelf kwam hij, op het punt van religie, niet in het reine.
Hij was niet alleen van huis uit katholiek, maar had zelfs, eenige jaren, met mystieken gedweept. Zijn Stahlhelmperiode gevolgd door aansluiting bij de nationaal-socialisten, vervreemden hem nadien wat van den godsdienst. Het hinderde hem, dat de bisschoppen van zijn land zich verzetten tegen de partij, waarin hij redding zag, niet alleen voor Duitschland maar voor heel Europa en waarin hij zich een groote toekomst dacht.