had haar het eerst ontdekt, maar nu begonnen ook anderen haar op te merken. En die vertelden soms, zoo, en passant, zonder het gezicht te vertrekken, vleiende dingen, die ze van haar jongen maar zelden hoorde. Dat schonk haar voldoening, zekerheid, gevoel van eigen waarde. Ze mocht zich, desnoods, iets meer laten gelden.
Ze weifelde even omtrent de te volgen tactiek. Soms vermoedde ze, in Willy's doen, nog zekere reserve en critiek. Zou een beetje, voorzichtig opgewekte naijver, dat niet kunnen doen versmelten?
Ze kende zijn fiere, trotsche en soms harde natuur, die geen dwang duldde. Ze waagde dat liever niet. Misschien brachten de omstandigheden vanzelf wel wat ze verlangde.
Ketteke ontwikkelde geleidelijk een geraffineerde coquetterie. Uiterlijk bleef ze even mysterieus, lachte verlegen en fijntjes, doch als iemand met haar danste wist ze met de oogen iets meer te zeggen dan ze verantwoorden kon. Ze deed het zoo, dat Willy het nimmer merkte, dat niemand zekerheid erdoor kreeg. Op audacieuze complimentjes reageerde ze vaag en geheimzinnig. Gaarne aanvaardde ze allerlei hulde, maar ze wilde haar jongen niet ontrouw worden. Toen