Ravijnen(1922)–Mathias Kemp– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] De wraak Door de haver riep de wind, de rustlooze wind: ‘Zoo ge mij het beste en geweldigste vindt vän de dingen, die gij in de delling mint, dan blaas ik de lucht weer grauwer en kouder: groen blijft uw pluim en gij wordt niet ouder!’ - Doch de halmen deinden: Neen! Door de haver loech de wind, de zwoele wind: ‘Zoo ge mij maar het beste en geweldigste vindt van de dingen, die gij in de delling mint, dan ik sla de maanden die branden moesten, vol koelte en regen.... de zeisen roesten! - Maar de halmen wemelden: Neen! Door de haver roept de wind, de toornige wind: ‘Wenk om hulp wien gij wilt, zoo ge uw leven mint, want zie, hoe de hemel te vlammen begint en de zon de landett doet dampen en branden, hoe de zeis wordt gegrepen in gierige handen!’ - De halmen buigen het hoofd! Vorige Volgende