Ravijnen(1922)–Mathias Kemp– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] en gelaten droefheid.... De wachtende man Hij stond voor 't huis in vage wacht, bij boomgeruisch en vinkenklacht. Hij beidde een vreê die komen kon; hij beidde in wee bij maan en zon. Hij zag het zaad in ijlen val, 't gewas geschaad in 't warme dal. Hij zag den tijd van 't gouden graan, zag wijd en zijd de schoven staan. De tijd vervlood met rouw en vreugd, geboorte en dood en liefde en jeugd. De wind woei traag naar veld en heg in jaren staag zijn lokken weg. Bij boomgeruisch en vinkenzang stond hij voor 't huis, zijn leven lang. Vorige Volgende