161. J.G.H. Tans. Isoglossen rond Maastricht en de dialecten van Belgisch en Nederlandsch Zuid-Limburg. Maastricht, Gebr. van Aelst, 1938. (XX en 246 blz.)
Een academisch proefschrift van de Nijmeegsche Universiteit dat zich tot de wetenschappelijke beoefenaars der dialectenstudie richt; allerminst populaire lectuur. ‘Omdat er bij de behandeling der dialectische verhoudingen in het Nederlandsch taalgebied telkens weer opnieuw vraagteekens moesten geplaatst worden met betrekking tot het Zuid-Limburgsch, als gevolg van het ontbreken van voldoende gegevens, werd door onzen leermeester Prof. v. Ginneken het initiatief genomen met behulp zijner Limburgsche studenten in dit tekort te gaan voorzien, en daardoor uiteindelijk te geraken tot een behoorlijk overzicht, ook van de onderhavige dialecten.’
Uitgaande van bestaande studies omtrent de dialecten van Maastricht, Heerlen, Sittard, Hasselt, Tongeren en Montzen, onderzocht Dr. Tans, o.a. door persoonlijk onderzoek ter plaatse, het taalgebied gelegen tusschen Hasselt, Horpmaal, Geleen en Aubel, een 90tal gemeenten. Hij beschrijft dan accent, articulatiebasis, vocalen, consonanten, accentverhoudingen, enz.