162. J.T.H. Weustenraad. De Percessie van Scherpenheuvel; z. pl. of j. (1930) 124 blz.
Deze schrijver verwierf naam in de Fransche literatuur. Niet zooveel als die andere Maastrichtenaar André van Hasselt, doch zijn roem lijkt meer blijvend, en wel als voorlooper van Verhaeren. Zijn Fransche poëzie zal evenwel nauwelijks meer gelezen worden, behalve dan door litterair-historici. Met dit epische gedicht is het anders gesteld, doch deze belangstelling is niet immer van zuiver allooi. Eerst laat, ongeveer een eeuw na het ontstaan ervan, werd ‘De Percessie van Scherpenheuvel’ gedrukt, in beperkte oplage, zonder vermelding van uitgever. Men heeft doen gelooven, dat de oplage maar 20 ex. groot was; dit is onjuist, alleen al het restant, door een der bij de editie betrokkenen vernietigd, bedroeg nog 30 stuks. Waarom die geheimzinnigheid? Omdat dit eerste grootere werk in dialect als min of meer pornografisch gold. Weustenraad zou het ook alleen maar voor een kring van wat libertijnsche vrienden geschreven hebben. Er komen inderdaad gedeelten in voor die vuil zijn. Daarnaast treft men strophen aan van zuivere, mooie natuurlyriek, evenals passages die oprecht geloovig christelijk klinken, later weer afgewisseld met verzen die twijfelziek aandoen...... Niettemin in onze dialect-literatuur een monument.