149. G.D.L. Franquinet. Mastreechter Veerskes; inleijing en bandteikening van E. Franquinet. Mastreech, Boosten & Stols, 1924. (192 blz.)
Pastoor Delruelle en Weustenraad hebben, als schrijvers in het dialect van Maastricht, oudere rechten dan G.D.L. Franquinet, en toch meenen we hem als een pionier te moeten prijzen. Met Franquinet Sr. geraakt de beoefening onzer literatuur in streektaal terstond op een respectabel peil. Wanneer we de dateeringen in dezen bundel in aanmerking nemen, zijn we zelfs geneigd op te merken dat hij, in het Nederlandsche verband, soms zijn tijd vooruit lijkt. Men moet al tot Guido Gezelle gaan om in die periode, een zoo argelooze zuiverheid van gevoel en natuurlijkheid van zegging aan te treffen. Merkwaardig dat deze bloei der dialect-literatuur kwam uit een nog sterk verfranschte omgeving. Nu schreef men in den z.g. Momus-kring voor onderling en eigen genoegen in dialect, niet om hooge literatuur te produceeren. Mr. E. Franquinet, een kleinzoon van G.D.L. Franquinet, liet in vlot Maastrichtsch een levensbeschrijving van den verdienstelijken grootvader aan deze samenbundeling voorafgaan.