133. Jef Notermans. Heynrijck van Veldeke, z'n tijd, leven en werk. Brugge, 1928. (138 blz.)
Dit werkje verscheen als nos. 1 en 2 van den tweeden jaargang der brochurenreeks van ‘Branding’. Een extatische houtsnede van Henri Jonas gaat aan den tekst vooraf. Notermans, die later onder pseudoniem ‘Jan Stormen’, wat beknopt Veldeke's ‘Legende van Sint Servaes’ in modern Nederlandsch nadichten zou, heeft van onzen vroegsten schrijver, zijn sfeer en zijn tijd bijzondere studie gemaakt. Hij bedoelt met dit wat erg goedkoop uitgegeven boekje intusschen geen diep peilende en geleerde verhandeling, doch alleen maar een ‘populaire inleiding tot Veldeke's tijd, leven en werk.’ Als zoodanig kan het zeker nut stichten, want we moeten den Loonschen zanger uit de twaalfde eeuw niet te uitsluitend in het Dietsche verband zien, doch ook in het Duitsche. Hij moge de eerste onzer dichteren wezen, hier heeft hij geen eigenlijke (ons bekende) navolgers gevonden, doch bij onze Oosterburen werd hij een hoogelijk vereerd meester. We dienen Veldeke ook te kennen als lyricus en als schrijver van het epos ‘De Eneide’. Jef