134. Jef Notermans. Kultuur en literatuur in de Maasgouw vóór 1200. Leuven, Vlaamsche drukkerij, 1938. (110 blz.)
‘Bijdrage tot de geschiedenis der oud-Nederlandsche letterkunde’ luidt de ondertitel van het boek. Het lijkt een heel ondernemen, een uitvoerige verhandeling te wijden aan iets waaromtrent we, behoudens Henric van Veldeke's Legende van Sint Servaas, zoo weinig weten. Notermans begint met den wel zeer duisteren Keltischen tijd, oertijdperk genoemd; hij vertelt over de periode van Romeinen en Germanen, van Merovingers en Karolingers, doch dit alles kan niet anders dan zeer algemeen blijven. Eerst met de Wachtendoncksche psalmen krijgen we vasten grond onder de voeten. Uit later tijd vernemen we het een en ander dat wel zijdelings doch niet rechtstreeks van belang is voor de oud-Nederlandsche letterkunde.
Op Henric van Veldeke gaat Jef Notermans, die voordien omtrent den Loonschen zanger al een en ander publiceerde, niet in, al meent men de Sint Servaas-legende omstreeks 1170 te kunnen dateeren. Het werkje geeft ons vooral een idee hoe het wel geweest kan zijn met het litteraire leven in de Maasgouw vóór 1200. De auteur dekt zijn opvattingen met citaten van gezaghebbende schrijvers.