111. De Poully, Un festival en 1851 ou l'amour et la musique. Maestricht, H. Bury, 1851. (138 blz.)
De tijdgenooten van den schrijver hebben vermoedelijk veel plezier beleefd aan menige passage uit dit romannetje. Wij begrijpen dit boekje, dat ons het Maastricht uit de helft der 19e eeuw tracht te schilderen, natuurlijk minder goed, vooral niet, omdat de locale kleur gewoonlijk niet sterk aandoet. Er komen niettemin enkele hoofdstukken in voor, die ons het uitgaande leven (omgeving van de dan nog jonge sociëteit Momus) wel aardig beschrijven. Vooral de analyse van een gearrangeerde opera (‘Andréas Hofer’, door van Helden?) mag als geestig geprezen worden. Ook het stelletje achterklap plegende dames van voornamen huize wordt raak geschetst. De intrige van den roman is niet heel sterk; de karakterteekening evenmin en doet soms gechargeerd aan. Er komen enkele erge onwaarschijnlijkheden in voor, als de erfenis van den verliefden luitenant. Raar doet het bezigen van zooveel uitheemsche familienamen aan, niet alleen van Fransche of Duitsche, die in Maastricht, grensstad, wel inheemsch zijn, doch ook van Engelsche en Russische, waardoor de samenleving er al te cosmopolitisch aandoet.