Limburgensia
(1947)–Mathias Kemp– Auteursrecht onbekend
[pagina 88]
| |
Limburg en Maastricht in het bijzonder mogen zich wel gelukkig prijzen een schrijfster als Marie Koenen de hunne te kunnen noemen. Werd ze ook niet geboren in onze gewesten, ze verbleef er van haar prille jeugd, tientallen jaren, en schiep daar haar beste werk, geïnspireerd door verleden en heden. Haar verheven, reine geest heeft alles rein en verheven geschouwd. Wel kent ze de zonde en noemt ze die ook, doch de donkere schaduwen van het booze accentueeren te sterker het stralende, lichtende van ons oude Christenland. In deze eerste reeks van verhalen uit legenden en sagen, van het oude Tricht, van Houthem en Kloosterrade, kan zij haar, naar het mystieke en wonderbare gekeerde talent tenvolle uitleven. Ze vertelt ons van de Sterre der Zee, van St. Gerlachus, van Sint Servaas, St. Jan van 't Lam en van Ailbertus van Rolduc. We genieten mooi, bloeiend proza dat toch, in ‘De Roof (966-968)’ suggestief kan worden, spannend als een avontuurlijk verhaal. Niet alleen vrijage en moord kunnen interessant zijn! |
|