98. Marie Koenen, Het nieuwe begin. Hilversum, Brand, 1934. (263 blz.)
Met dezen roman keerde onze gevierde Limburgsche schrijfster, die voordien enkele boeken had gewijd aan andere contreiën, terug tot het meest eigene van haar werk, het fijne, verdroomde oudere Limburg. Deze geschiedenis speelt zich weer af in een stil Maasdorpje, verre van het jachtende moderne leven, een wereldje verwijderd van industrie en sociale problemen. Hoewel minder volkomen dan in vroeger scheppingen, als: De toren van Nekum, Het Hofke en de Moeder, geraken we ook hier in die eigenaardige, bekoorlijke, nevelachtige sfeer, een gulden schemer van herfst, berusting en levenswijsheid. Niet altijd zijn de karakters sterk uitgebeeld, ze blijven echter in het algemeen genomen aanvaardbaar. Zonderling genoeg komt ons de doordraaier ‘mijnheer Louis’ het helderste voor den geest, meer dan de stille Wiete, die toch met de schrijfster, naar de ziel, het meest verwant is. In het gevoelsleven der zoowel lichtbewogen als ernstige Gina komen enkele wat krasse evoluties voor. ‘Het nieuwe begin’ mag in de respectabele rij van werken dezer schrijfster zijn plaats innemen.