nog wat patriarchale verhoudingen in de dorpen van het Jekerdal te loor gaan. In technisch opzicht was het graven van een gleuf van zoo ernorme afmetingen, door het mergelgebergte, een gebeurtenis van den eersten rang. Het een en ander vormt den achtergrond van den roman van Sanneke ofwel 't ‘Ketteke’ van Canne en van den jongen Duitscher, Rijnlander, Willy Oberhoff. Zij is een meisje met eerzucht zonder voldoende begaving om deze te wettigen; hem ontbreekt het niet aan talenten, doch hij weet zich niet te concentreeren. Het einde is een tragisch ongeluk: vallende vogels, in het verre Amerika. Niet alleen het bedrijvige leven rondom de kanaalwerken vormt het onderwerp van dit verhaal; het leidt ons meteen binnen in wat losbollige kringen van Maastricht en de Mijnstreek.